‘Een woning die je achteloos voorbijrijdt, maar die om één of andere reden toch aan je netvlies blijft kleven’, dat was de wens van de opdrachtgevers voor deze
woning die mogelijk pas over enkele tientallen jaren zou worden gekoppeld aan een
andere woning. Daarom was een tweede vereiste dat de woning ook op zichzelf ‘mooi’ moest zijn. Een belangrijke eis in het programma was de nood aan voldoende berging en een afsluitbare, maar toch op de leefruimte betrokken speelhoek. De zuidelijke scheidingsmuur liet ook de verzuchting ontstaan naar zuiderlicht in de woning.

Het resultaat is een eenvoudige woning met noklijn loodrecht op de straat die een
doorzongelijkvloers heeft en die via daklichten ook een interessante leefgang op de verdieping doet ontstaan. Via laufenroosters bereikt het licht ook de leefruimte. De houtskeletconstructie is bekleed met gevelpannen. Het bergingdeel is uitgevoerd in gevelmetselwerk.