De bestaande smalle rijwoning had een oncomfortabele smalle spiltrap tussen gelijkvloers en verdieping en kreeg weinig licht tot in het midden. In het ontwerp komt terug een bordestrap op zijn vroegere plaats, die bovendien licht tot in het midden van de woning brengt en de hele woning organiseert. De trap wordt uitgewerkt als een houten meubel. Buiten weren houten lamellen de zon en nieuwsgierige blikken. Een voorzetwand tegen de linker scheidingsmuur doet dienst als leidingkoker en plooit zich tot nissen, tabletten en kastjes naargelang de noden van de verschillende ruimtes. De rechterscheimuur wordt volledig open gelaten en doet dienst als tentoonstellingswand voor wandtapijten.